De spiegel

Op zolder naast de oude kast hing een grote antieke spiegel,  krullerig houtsnijwerk versierde de lijst eromheen.
Suzy bekeek zichzelf in de spiegel en zag een moderne tiener met een bos zwarte krullen, die met wat speldjes links en rechts uit haar ogen werden gehouden. Haar donkere huid liet haar grote ogen oplichten in haar gezicht. Ze trok een gekke bek om het ongemakkelijke gevoel te verdrijven dat ze altijd kreeg als ze kritisch naar zichzelf keek.

Mooi hè!
Geschrokken keek ze om zich heen. Wie zei dat… was er iemand op zolder?
Ze hoorde een heel fijn stemmetje dat zei: Kijk eens op de rand van de spiegel!
Tussen de krullen van de lijst zat een heel klein meisje, met een roze jurkje en ragfijne vleugeltjes. Ze had het daarnet nog niet gezien.

Hoi, ik ben Felise zei het meisje, een elfje. Ik zag je kijken en vroeg me af waarom je zo deed tegen je spiegelbeeld, vind je jezelf niet mooi?

Suzy duwde een krul opzij die uit het speldje gepiept was en schudde een beetje geërgerd haar hoofd. Nee, mijn haar wil voor geen meter en mijn neus is te breed om mooi te zijn. En op school is er niemand die zo donker is als ik.
Toen ze dit laatste gezegd had voelde ze tot haar verbazing opluchting dat het eruit was…
Als iemand haar vroeg hoe het met haar ging en of ze het leuk vond op haar nieuwe school, dan zei ze altijd heel stoer: oh ja hoor en lachte het vervelende gevoel weg. Ze wilde niet dat iemand wist dat ze zich hier zo anders voelde dan de rest en dat ze haar soms hiermee plaagden.

Ze keek Felise doordringend aan. Waarom vertel ik dit nu aan jou…. dit heb ik nog tegen niemand gezegd?
Felise glimlachte, eigenlijk vertel je het tegen jezelf zei ze. Ik help je alleen maar om je hiervan bewust te worden.
Waarom wil je zijn zoals anderen…..?